Als er in de zomer echte hitte wordt voorspeld dan kun je het hier altijd nog hogerop zoeken. In het hooggebergte van de Pyreneeën kan het makkelijk tien graden koeler blijven in een bos- en waterrijke omgeving onder de besneeuwde toppen en de gletsjers.
Omdat het gisteren een dag leek te gaan worden met temperaturen boven de 35 graden besloten we zo’n plek te zoeken. Nog altijd is er hier wat te ontdekken voor ons, we kozen voor een tocht die we nog niet eerder hadden gemaakt.
We zijn naar de Llanos de La Larri gelopen, een hoogvlakte onder de toppen van de Monte Perdido (3355m), de Pico Marboré (3248m) en de Pico Tucarroya (2818m) in het nationale natuurpark Ordesa. Eenmaal op de hoogvlakte zie je het water vanaf de gletsjer van de Monte Perdido tegen de kale rotsen naar beneden kletteren. Tijdens de wandeling door de bossen richting de hoogvlakte stroom het water via talloze watervallen langs het pad. Er zijn prachtige uitzichtpunten. Het pad is behoorlijk stijl maar er zijn treden gemaakt met soms een reling zodat je totaal veilig naar boven klimt. Je overbrugt een hoogteverschil van 300 meter naar de hoogvlakte tijdens een wandeling van ongeveer anderhalf uur. De wandeling is wonderschoon. En cool!
Het startpunt van deze wandeling is de vallei van Pineta. De auto parkeer je op de gelijknamige parkeerplaats, een halve kilometer voor de Parador Nacional de Bielsa. Je bereikt deze parkeerplaats via Bielsa; neem de aflag aan de noordkant van het dorp en rijd nog 14 km richting Parador / Valle de Pineta.
Lopend volg je vanaf de parkeerplaats de bordjes met La cascada de La Larri en Los llanos de La Larri. Je steekt direct een rivier over, de Rio del Cinca, die hier uit het smeltwater van de omliggende bergtoppen wordt geboren. Verder wijst de weg zich vanzelf.